De Chinese automarkt groeit als kool. Een ambitieus bedrijf als Tesla wil daar natuurlijk graag gebruik van maken en de overheid zou goed nieuws hebben.
In 2016 tikte de automarkt in China 26 miljoen nieuwe wagens aan – Nederland zit op circa 400.000 nieuwe auto’s per jaar, gemiddeld. Gelet op de vervuiling die in de vele miljoenensteden een serieus probleem voor de volksgezondheid vormt, is Beijing er alles aan gelegen om uitstoot uit alle bronnen terug te dringen. Een overschakeling naar elektrisch rijden komt daarbij uiteraard van pas. China wil dan ook de verkoop van reguliere verbrandingsmotoren aan banden gaan leggen, met een nog onbekende deadline.
En hoewel Tesla op dat vlak niet de enige is die China op het oog heeft, speelt er wel één ontwikkeling die bijzonder voordelig kan uitpakken. De Chinese overheid overweegt om de auto-industrie anders in te richten.
Alleen met een joint venture
Traditiegetrouw staat China alleen buitenlandse automakers toe om binnen de grenzen auto’s te bouwen als het merk een joint venture aangaat met een groep lokale partners. Aangezien autofabrikanten liefst hun product zo dicht mogelijk bij de dealer assembleren, gingen velen daarmee akkoord. Renault-Nissan en Ford kondigden beiden recent zo’n partnerschap aan, terwijl Volkswagen er al langer mee bezig is.
De Chinese regering overweegt naast een overschakeling op elektrisch ook om de regels voor joint ventures te schrappen voor bouwers van volledig elektrische wagens, meldt Bloomberg. Zonder die vereiste zou Tesla veel eerder een Gigafactory kunnen bouwen in China. Het is geen geheim dat topman van Tesla Elon Musk liefst auto’s in China wil bouwen en niet verschepen vanuit de VS.
De oudere automerken zal dat wellicht een doorn in het oog kunnen zijn, al zegt Volkswagen dat het vooralsnog vasthoudt aan de constructie met een lokale partner.